(1) Aankomst in gezellig druk Kuala Lumpur

De vakantie begint zodra Robin ons op Schiphol heeft afgezet, maar voordat we in de grootte A380 (dubbeldekker) instappen, wordt Carla nog even extra gecontroleerd want er blijkt een “Rog” op een “wanted” lijst te staan (wie had dat gedacht). 


Met overstap in Dubai en vliegreis van 2x6 uur landen we in Kuala Lumpur (KL zoals het hier genoemd wordt), waar we worden opgewacht door de chauffeur van het Hotel. Hij geeft tijdens de rit (zo’n 60km) is gelijk een Sightseeing met veel uitleg. o.a. dat vandaag de laatste avond van het Chinees nieuwjaar wordt gevierd o.a. in de straat achter ons hotel.
Het is ’s avonds gezellig druk de afgezette straat staat vol met eettentjes. Het acclimatiseren lukt aardig op een plastic krukje met een BIG Tiger bier, lekkere sateetjes en 


Indrukwekkend zijn de optredens van de Chinese draken groepen. Ze schijnen Internationaal beroemt te zijn, maar wij kennen ze niet.



Vrijdag zijn we de hele dag KL gaan verkennen per HopOn-HopOff bus. En zien de High-Lights van de stad, en bezoeken de 420m hoge Televisie toren. Ondanks dat het wat bewolkt is het een mooi uitzicht.




’s Avonds lopen we nog naar de mooi verlichtte Petronas (Twin) Towers ’s. ondanks het vandaag geen feestavond is, is het overal tot laat gezellig druk op straat. (dan komt de stad echt tot leven)


Morgen halen we de huurauto op en verlaten dan KL 

(2) Taman Negara National Park

Vanmorgen de huurauto opgehaald. Het was wel even wennen, niet het links rijden (dat hadden we al een paar dagen afgekeken) maar vooral dat Sjaak elke keer z’n ruitenwisser aan doet i.p.v. z’n richting aanwijzer. En even wat opstart problemen met de navigatie app, die liet het helemaal afweten, nou dat komen niet ver. Gelukkig konden we een andere Routeplanner app met Maleise kaarten vinden.  1e stop de Batu Caves in KL, een Hindoeïstische tempel in een berg te bereiken via een trap met 272 treden. Wel opletten voor de Brutale apen op de leuningen die azen op al het eten en drinken.


Daarna rijden we door naar het het Taman Negara National Park, een mooie route door de natuur, en ook veel Palm(olie)plantages.


We overnachten in een simpel huisje van Jab, een aardige gepensioneerde (hier ook net verhoogd met 2 jaar tot 62) Wild Live Ranger van het park, met uitzicht over de rivier. De rivier was tot 10 jaar geleden de enige manier om hier in het dorp te komen, en de meeste bezoekers komen nog steeds per boot, een tocht van een paar uur. Jab verteld o.a over zijn 25 jarige research van de kleine bos Neushoorn. De olifant, tijger, Tapir en aap schijnen hier ook rond te lopen, maar het enige beesten die wij hier gezien hebben in 2 dagen tijd zijn de huismus, eekhoorn, een wilde kip, één Kakketoe in de verte en een kleine schorpioen in onze wasbak. Jab toont met trots (niet te zien op de foto) zijn verzameling Pootafdrukken


Tijdens ons verblijf hier hebben we een wandeltocht door het regenwoud met Kanopy (touwbruggen tussen bomen) gemaakt. Binnen 10 minuten zijn we zeiknat (van de hitte), maar het was zeker de moeite waard.


En daarna Rapit Shooting (met een Longtail boot over de rivier met enkele stroom versnellingen) dit was een heerlijke afkoeling, even als de flinke regenbui op het laatst (heeft het regenwoud toch zijn naam eer aangedaan).



's Avonds even bijtanken op één van de drijvende restaurantjes hier op de rivier. Alleen tanken ze in de meeste restaurants die we nu zijn tegen gekomen geen Alcohol (Islamisch) maar de FruitShakes smaken goed.



(3) Cameron Highlands

Uitgezwaaid door Jab en z’n vrouw, koersen we naar de Cameron Highlands. Onderweg zijn we nu al diverse keren bordjes met “Orang Azil” tegen gekomen (wij dachten Orang Oetang Asiel) maar dit blijken de oorspronkelijke bewoners van Maleisië te zijn die in dit soort huisjes wonen.


Het is een paar uurtjes kronkelweggetjes rijden naar Cameron Highlands, beroemt om z’n Thee plantages en z’n koele klimaat. Het ligt op zo’n 1500-2000 meter waardoor het altijd koel (tussen de 20 en 25 graden) is, en daardoor een vakantie plek voor veel (rijke) Maleisiërs. Dit is weer een ander Maleisië, veel Grote Hotels (lijkt wel Duitsland qua bouw).
Schitterende vergezichten allemaal zeker die Theeplantages, we brengen een bezoekje aan de Thee fabriek.


Verder is een groot deel van de bergen is bedekt met kassen, “Strawberry Farms”, Het lijkt wel een Aardbeien paradijs, tientallen winkels met alleen maar aardbei spullen van sleutelhangers tot knuffels, kleding, maar vooral Aardbei-eten,


Nou het was leuk om even een dagje in de koelte Cameron Highlands te hebben bekeken, maar we het wordt nu ook eens tijd om te gaan relaxen in de vakantie. Daarom zijn vandaag doorgereden naar de oostkust, om morgen ochtend de 1e boot naar het strand van Perhantian islands te nemen.


(4) Perhentian Islands

Zodra we in Kuala Besut (het vissersdorpje vanwaar onze boot vertrekt) binnen rijden, worden we direct geëscorteerd door een paar brommers. (we hadden er al over gelezen) Zij willen maar wat graag op je auto passen tijdens je verblijf op het eiland. Rij maar achter me aan zei hij (toen we de rugzakken hadden uitgeladen bij de steiger), tegen de rijrichting in (verkeersregels worden hier niet zo nauw genomen) reden naar z’n huis/parkeertuin, en achter op z’n brommer brengt hij Sjaak weer terug.

Voor de zekerheid willen we nog wat bier kopen, maar nergens te vinden in de winkel schappen, een Chinese winkelier heeft (het lijkt wel illegaal) echter “achter” nog wel wat liggen.

In een snelle boot (2x150pk) varen/stuiteren we in 40 minuutjes naar het Perhentihan eiland. Leuk maar echt niet goed voor je ruggetje.


We hebben een leuk huisje aan het strand onder de Palmbomen. Even iets over Perhentihan Islands, het zijn eigenlijk 2 tropische (berg) eilandjes, met witte stranden. Voor vervoer tussen de stranden gebruik je de boot taxi. Op en afstappen doe je gewoon vanaf het strand. Er zijn opvallend veel Maleise gezinnen vakantie aan het vieren (waar de dames uiteraard geheel gekleed het water in gaan).  Zoals we tot nu toe in heel Maleisië hebben gemerkt, allemaal even vriendelijk en vrolijk.


Snorkelen, duiken en relaxen zijn de hoofd attracties hier. Wij houden het op relaxen en snorkelen, wat direct vanaf het strand kan. Je zwemt bijna direct tussen het koraal, en de vissen komen vaak even kijken of je wat te eten heb meegenomen. We hebben ook nog een (rif) Haai gezien, maar die kwam gelukkig niet kijken of er nog iets te eten was.



Deze plek zullen we niet gauw vergeten, maar na 3 nachten (en aardig rood geworden) stuiteren we weer terug naar de kust en gaan verder met onze reis.


(5) Penang en Belum National Park

De reis van de Oostkust (Perhentian Islands) naar de Westkust (Penang), is bergachtig en weer één en al natuur waar maar één weg doorheen loopt. Wel even opletten voor overstekende dieren, we zien een grote varaan langzaam de weg over steken. We nemen een overnachting halverwege in het Balum National Park. Het grote hotel (met slechts enkele bezoekers) heeft uitzicht op het meer.


Sjaak maakt een tochtje op een bamboe vlot, over het meer waar de natuurgids ons wijst op de apen die aan de waterkant zitten en verteld over de bos olifanten die (bijna) elke morgen hier lopen. Nou de volgende morgen hebben we hier een uurtje gewacht bij de olifanten paden maar niets gezien. Wat we wel hebben gezien zijn 's avonds honderden muggen op ons plafond, maar (dankzij de "deet") niet gestoken.


We rijden verder naar het eiland Penang. Als we over de lange brug rijden het eiland op rijden de vele wolkenkrabbers en even later in het verkeer 4 banen breed vast staat , weten we zijn we eigenlijk in een miljoenen stad zijn aangekomen (voornamelijk Chinezen). Ons verblijf (van een Chinees gezin, dat nauwelijks Engels spreekt) ligt daar binnen in. Gelukkig hebben ze een lekker zwembad, want het is 35 graden en de stranden hier vallen ons wat tegen (geen helder blauw water en geen parasols).

De volgende dag brengen we o.a. een bezoek aan de boeddhistische Kek Lok Si tempel, een groot complex dat de monniken al 130 jaar aan het bouwen zijn, maar nog steeds niet af is.



Nou onze reis door Maleisië zit er helaas op, morgen leveren we de auto in en vertrekken met een Mini bus naar Thailand (Hat Yai).
Onze indruk van Maleisië: een enorm groen land, mooie natuur, goedkoop, aardige mensen, islamitisch, weinig armoede, lekker eten, lekker weer





(6) Krabi

In een tot de nok gevulde mini bus (in Nederland zouden er maar max 8 personen in mogen maar hier 15 + Koffers) rijden we van Maleisië (Penang) naar Thailand (Hat Yai). Nu weten we waarom we als het kan met eigen auto reizen. Na de nodige rituelen aan de grens rijden we Thailand in, dat is ook te merken aan: de Thaise vlaggen die hier overal geplant zijn, de vele foto’s van Koning Bhumibol, de minibusjes, de tuc-tucks en de vele eet kraampjes aan de kant van de weg.


Na een overnachting in Hat Yai, halen we de volgende morgen onze auto op. Na het standaard grapje “aan welke kant moet je hier rijden?” rijden we naar de Province Krabi aan de Adaman zee, onderweg zien we kudde olifanten in aanbouw. (mannen & vrouwen pleisteren van Cement Bomen, Tuc-Tucs en zo’n 30 Olifanten. Een praatje maken gaat niet zo makkelijk ze spreken alleen Thais, maar wordt de entree van een nieuw natuur park.)


Krabi is een bekend toeristisch gebied, wegens z’n Kalksteenrotsen en z’n vele mooie eilandjes. Wij verblijven 2 nachten aan de kust even buiten Ao Nang.


Het is een gezellige drukte is als we ’s avonds een boulevardje pikken. Op aanraden van Tripadvisor (nmr 1) gaan we Thais eten bij de Jungle Hut ergens, een klein familie afgelegen zaakje met 4 bamboe tafeltjes. Wat een aardige mensen en heerlijk eten zeg, maar eigenlijk schandalig dat we na afloop maar 6 euro hoefde te betalen


’s morgens nemen we de Longtail boot naar Poda-Island om daar te relaxen. We waren niet de enige die dit idee hadden. Het eiland is echt een klein paradijsje, maar ook de hele dag een gaan en komen heel veel Longtail bootjes en speedboten. (de meeste maken een snorkel tour langs diverse eilandjes). We hebben allemaal weer genoten.




(7) Khao Sok

Het is maar een kort stukje rijden naar Khao Sok, dus nemen we de binnendoor route. Altijd leuk om door de Thaise dorpjes te rijden (aan de straat door het dorp gebeurt altijd van alles), en komen onderweg naast de vele tempeltjes ook een grote liggende Buhda tegen, en watervalletjes . Het is nu schoolvakantie (2 maanden) en de kinderen vermaken zich zo te zien volop bij het water. En wij met de eet karretjes die er naast staan.



Khao Sok is een Nationaal Park, ons huisje ligt hier een paar  onverharde kilometers vandaan, midden in de Bush op een heuvel. Toen we dit verblijf boekten stond er bij “boek snel, want er zijn nog maar 3 huisjes vrij". Haha er zijn maar 3 huisjes en wij zijn de enige gasten. Met Thaise vriendelijkheid worden we ontvangen. Mooie omgeving, uitzicht en huisjes, alleen jammer dat ze geen Airco hebben (dat is voor ons toch eigenlijk wel een must met 35 graden).


De volgende dag willen we de natuur van het park wel verkennen, maar ook wel relaxed doen met dit weer. We besluiten daarom om dit ’s morgens met de Olifant te doen (we hebben sterk getwijfeld, maar ons werd beloofd dat de Olifant het onder ons gewicht zou begeven, en we ons geen zorgen hoeven te maken over het welzijn van deze mooie dieren)


En ’s middags met de Kano over de Khao Sok rivier, die vlak langs de soms paar honderd meter hoge Kalkrotsen stroomd. Rivier is een groot woord want er is een tijdje geen regen gevallen hier, af en toe liep de kano zelf vast, door de lage waterstand. We mochten trouwens niet zelf kanoën dat deed onze vriendelijke gids.




Als ’s avonds het onweer ineens losbreekt koelt het lekker af. Geen airco heeft ook een voordeel, je hoort de dieren (o.a een Gibbon), die zodra het gaat schemeren steeds meer geluid gaan maken. En een paar maal horen we een geweer schot in de verte (dit blijkt de ranger ter zijn die zo de olifanten op afstand van het dorp wilt houden).

(8) Kho Khao Island en langs de kust omhoog

Om op Kho Khao Island te komen, moeten we met de auto oversteken met een Pontje. De autopont (niet het nieuwste model) vertrekt echter pas als hij vol zit, of na 2 uurtjes (het wordt 2 uurtjes wachten)


We verblijven hier 2 dagen op het Hopla Beach Leuke Chil plek, met wat bamboe/rieten huisjes aan een lang verlaten strand. Het water  is hier niet helder, geen snorkel plek dus.


Er lopen hier heel veel heremiet kreeften rond, grappig om te zien hoe ze zich in Schelpen van alle formaten (sommige zijn echt groot) maar rond blijven kruipen.
Aan de Thaise kust komen we geregeld “Tsunami evacuation Route” borden tegen, en omdat dit eiland geen heuvel of berg is wijzen de borden hier naar Betonnen torentjes waar je in geval van een Tsunami alarm op kan klimmen.


Als we na 2 strand dagen weer de pont rijden, om het eiland te verlaten, zien we hem net wegvaren. Gelukkig heeft de kapitein het gezien en vaart nog even terug om ons op te pikken (wat aardig hé, hoeven we geen 2 uur te wachten !)  Dit is trouwens een zijspan van een ZZP'er met z'n geoogste Palmolie noten die net als in Maleisië hier veel wordt verbouwd.


We verlaten nu Zuid-Thailand en reizen in 3 dagen langzaam langs de kust naar Hua Hin om Sirirat (eindelijk) te zien. Het weer slaat nu ietsje om, meer bewolking elke dag wel een (klein) buitje, en wat meer wind (een warme föhn) dus meer golven. Dit deel van Thailand is wat minder bekend denken wij want we zien weinig toeristen ondanks het allemaal toch mooie plekjes zijn.

(9) Sirirat in Hua Hin

Onderweg naar Hua Hin halen we alvast een klein verjaardagstaartje nog voor Sirirats verjaardag (ook al is dat nu 1 week geleden). En nadat we hebben ingecheckt in ons verblijf, komt ook Sirirat hier naar toe en kunnen we haar na 3 jaar eindelijk weer eens vastpakken. Erg leuk weer !! Ze is geen steek veranderd (behalve haar haarkleur dan) Haar zus uit Bangkok met haar 2 kinderen (Ink en Doremon) zijn er ook bij.


Hua Hin is de oudste Thaise badplaats o.a geliefd door de Koning, die heeft hier ook een Paleis, en mensen uit Bangkok dat op 2 uurtjes rijden ligt.
Met z’n allen in de auto laat ze ons Hua Hin het strand en de daaraan gelegen Tempel, ook wel apenrots genoemd zien.


Het volgende hadden we eigenlijk moeten filmen, want wat gebeurde er: Na een flinke klim naar de tempel hadden we allemaal wel trek in een ijsje. Kom maar snel binnen (in de tent) om het op te eten, want de apen (die hier in grote getale rondlopen) hebben ook trek zei de vrouw, gewapend met een stok in haar hand, die ze gebruikt om de apen continue uit haar tent te jagen. Een monnik gewapend met een Katapult in de aanslag komt er ook bij staan, om ons (ijsjes eters) te beschermen. Nou Carla had nog maar net 1 hapje op, toen een aap (verstopt onder de Souvenir tafels) het ijsje uit haar handen pikte (wat een apenstreek zeg).


 ’s Avonds zijn we met z’n allen gegeten: Hotpot (je gooit allemaal vlees, vis en groente in een pan kokend water dat op tafel staat), en daarbij heerlijke (= Aroy in Thais) Moo-krob en Eend.


De 2e dag bracht onze tourgids Sirirat (en Tolk voor de rest van de Familie) ons naar nog wat andere tempels, natuurpark, markets en we hadden veel water plezier in het Beach Resort (vol met westerse toeristen) waar ze gewerkt heeft. Je moet weten dat ze geen van allen kunnen zwemmen, maar Ink en Doremon (en de rest) vonden het Kikkerbadje al geweldig.



Het waren 2 hele leuke dagen ! Maar de volgende morgen ochtend nemen we weer afscheid van Sirirat (dat vonden we allemaal niet leuk, en hoelang zal het dit keer duren voordat we elkaar weer zien... ?)



(10) Amphawa

De laatste bestemming van onze rondreis is op een mooie plekje bij Amphawa. We zijn hier al eerder geweest na het trouwen van Michael en Sirirat, (en krijgen daarom ongevraagd korting op ons verblijf, haha). Je hebt hier 2 markten die je echt moet zien hier.
De Floating Market: we gaan tegen de avond, het is gezellig druk, allemaal eettentjes aan de kant maar er wordt ook eten bereid in de bootjes. Voor een paar kwartjes kan je allemaal kleine hapjes eten.



En vanmorgen zijn we naar de Trein markt geweest, de markt kraampjes staan hier echt op de treinrails.



We hadden er wel eens van gehoord, maar het was echt lache toen we het zagen dat de trein er aan kwam. Gelukkig is het geen sneltrein, anders gaat het goed fout :) Hier een (versneld) filmpje dat we maakten (toch wel handig zo’n selfie stick, want er waren meer die dit schouwspel wilden vastleggen).


Tenslotte tot vannacht ons vliegtuig vertrekt nog even genieten van mooi en lekker Thailand bij ons verblijf.